De 24 meter lange Energielijn die Jan van Munster maakte voor het dak van de Rotterdamse Schouwburg accentueert en verlevendigt – zij het voornamelijk na zonsondergang – de ‘theaterfabriek’ die architect Wim Quist ontwierp als opvolger van de naoorlogse schouwburg. Het sobere gebouw werd uit nood geboren. In 1982 – een tijd waarin sterk bezuinigd moest worden op de overheidsuitgaven – kreeg Quist de opdracht een complex te ontwerpen waarin het theater gecombineerd moest worden met sociale woningbouw, kantoren, winkels en een parkeergarage. Deze sterk door economische overwegingen bepaalde taak stond de totstandkoming van een origineel en bruikbaar theater niet in de weg, zoals bleek na de opening in 1988. De nieuwe schouwburg werd aan de buitenzijde voorzien van kunst. Het werk van Jan van Munster was – in tegenstelling tot dat van George Rickey – al bij de opening gereed. In de hal maakte hij rode en blauwe lichtlijnen in de vloer en langs de pilaren. Dit kunstwerk vindt zijn bekroning op het dak in de vorm van een balancerende balk, waarin de rode en blauwe lichtlijnen terugkeren. De onverlichte vierkante toneeltoren dient daarbij als een sokkel. De lichtbalk op 36 meter hoogte lijkt in wankel evenwicht, maar staat in werkelijkheid muurvast. Jan van Munster merkte daar over op: “Net zoals die balk op de rand van de afgrond balanceert, zo laveert iedereen die op een goede manier met theater maken bezig is, altijd op de gevaarlijke grens tussen vallen en overeind blijven.” Met de kleuren rood en blauw verwijst Van Munster naar twee kanten van het theater: rood voor het warme pluche en blauw voor het moderne experiment. Van 2006 tot 2010 heeft er grote verbouwing van de Schouwburg plaatsgevonden. Aan de lichtlijnen in de hal zijn in overleg met de kunstenaar enkele veranderingen doorgevoerd, maar de Energielijn op het dak was nog altijd ongewijzigd aanwezig. Tot maart 2020, toen is het werk verwijderd voor grondige restauratiewerkzaamheden en diverse technische keuringen. Op 21 maart 2022 is het werk de Energielijn weer teruggeplaatst op het dak; een 24 meter lange gekleurde streep balancerend op de punt van het dak.
Jan van Munster (Gorinchem, 1939 – Oost-Souburg, 2024) volgde zijn studie aan de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen in Rotterdam en vervolgde zijn opleiding aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs in Amsterdam. Aanvankelijk werkte Van Munster met hout, steen, brons en glas. Vanaf de jaren 1970 verplaatste zijn aandacht steeds meer naar de toepassing van licht. Ook werd zijn werk steeds minimalistischer. In 2002 ontving de kunstenaar de Wilhelminaring voor zijn gehele oeuvre.
Schuine lichtlijn op het dak en op vloer en pilaren in de hal
Materialen
Neon
Afmetingen
Lengte 24 m
Jaar
1988
Opdrachtgever
Gemeente Rotterdam
Werving/selectie
Adviescommissie Opdrachten Rotterdam
Geldbron
Bouwbudget, opdracht bij bouw
Eigenaar
Gemeente Rotterdam
Over het kunstwerk
De 24 meter lange Energielijn die Jan van Munster maakte voor het dak van de Rotterdamse Schouwburg accentueert en verlevendigt – zij het voornamelijk na zonsondergang – de ‘theaterfabriek’ die architect Wim Quist ontwierp als opvolger van de naoorlogse schouwburg. Het sobere gebouw werd uit nood geboren. In 1982 – een tijd waarin sterk bezuinigd moest worden op de overheidsuitgaven – kreeg Quist de opdracht een complex te ontwerpen waarin het theater gecombineerd moest worden met sociale woningbouw, kantoren, winkels en een parkeergarage. Deze sterk door economische overwegingen bepaalde taak stond de totstandkoming van een origineel en bruikbaar theater niet in de weg, zoals bleek na de opening in 1988. De nieuwe schouwburg werd aan de buitenzijde voorzien van kunst. Het werk van Jan van Munster was – in tegenstelling tot dat van George Rickey – al bij de opening gereed. In de hal maakte hij rode en blauwe lichtlijnen in de vloer en langs de pilaren. Dit kunstwerk vindt zijn bekroning op het dak in de vorm van een balancerende balk, waarin de rode en blauwe lichtlijnen terugkeren. De onverlichte vierkante toneeltoren dient daarbij als een sokkel. De lichtbalk op 36 meter hoogte lijkt in wankel evenwicht, maar staat in werkelijkheid muurvast. Jan van Munster merkte daar over op: “Net zoals die balk op de rand van de afgrond balanceert, zo laveert iedereen die op een goede manier met theater maken bezig is, altijd op de gevaarlijke grens tussen vallen en overeind blijven.” Met de kleuren rood en blauw verwijst Van Munster naar twee kanten van het theater: rood voor het warme pluche en blauw voor het moderne experiment. Van 2006 tot 2010 heeft er grote verbouwing van de Schouwburg plaatsgevonden. Aan de lichtlijnen in de hal zijn in overleg met de kunstenaar enkele veranderingen doorgevoerd, maar de Energielijn op het dak was nog altijd ongewijzigd aanwezig. Tot maart 2020, toen is het werk verwijderd voor grondige restauratiewerkzaamheden en diverse technische keuringen. Op 21 maart 2022 is het werk de Energielijn weer teruggeplaatst op het dak; een 24 meter lange gekleurde streep balancerend op de punt van het dak.
Jan van Munster (Gorinchem, 1939 – Oost-Souburg, 2024) volgde zijn studie aan de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen in Rotterdam en vervolgde zijn opleiding aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs in Amsterdam. Aanvankelijk werkte Van Munster met hout, steen, brons en glas. Vanaf de jaren 1970 verplaatste zijn aandacht steeds meer naar de toepassing van licht. Ook werd zijn werk steeds minimalistischer. In 2002 ontving de kunstenaar de Wilhelminaring voor zijn gehele oeuvre.