Deze keramische fauteuil met ronde armleuningen en een waaiervormige rugleuning is geplaatst op eigen initiatief van kunstenaar Dora Dolz. De sculptuur maakte in de zomer van 1986 deel uit van een beeldenroute, die georganiseerd was ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van het Hulp- en Informatiecentrum (HIC) van de gemeente. De zevenhonderd kilo wegende stoel was geplaatst op de hoek van de Hoogstraat en de Mariniersweg voor de entree van de Centrale Bibliotheek. In het tweede weekend van juli werd de stoel vernield. De kapotte stoel werd opgeslagen in de kelder van de bibliotheek en de kunstenares was woedend over het vandalisme. Dolz kon de stukken van haar duizenden guldens kostende object bij elkaar komen rapen. “Wat de Duitsers niet hebben platgegooid, vernielen de Rotterdammers zelf wel”, zei de uit Barcelona afkomstige academie-docente daags na de vernieling tegen een verslaggever van Het Vrije Volk. Ze ging met een pot cement aan het werk in de parkeergarage om de brokstukken te lijmen. Vervolgens werd de stoel met een hijskraan naar haar huis aan de Heemraadssingel getransporteerd, waar de kunstenares hem demonstratief op de stoep liet plaatsen. “Het is de eerste actie van mijn leven”, aldus Dolz. “Ik vind het belangrijk dat je je teweer stelt tegen vandalisme, dat je je niet laat afschrikken. Goed, die stoel is definitief naar de knoppen, maar zoals hij er nu bij staat, is het een eerbetoon aan de onoverwinnelijkheid van de kunst. Kunst in niet kapot te krijgen”. (Bron: Het Vrije Volk, 28 maart 1987)
Dora Dolz (Barcelona, 1941 – Rotterdam, 2008) maakte sinds eind jaren zeventig kleurrijke, monumentale keramieken vazen en meubilair. Ze verwerkte waaiervormen, fruit en schelpvormen in haar werk. Alle details van haar keramieken objecten bakte ze apart, waarna ze ze in elkaar zette. In 1993 ontving Dora Dolz de Judith Leyster Prijs; een belangrijke, tweejaarlijkse prijs voor vrouwelijke kunstenaars.
Deze keramische fauteuil met ronde armleuningen en een waaiervormige rugleuning is geplaatst op eigen initiatief van kunstenaar Dora Dolz. De sculptuur maakte in de zomer van 1986 deel uit van een beeldenroute, die georganiseerd was ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van het Hulp- en Informatiecentrum (HIC) van de gemeente. De zevenhonderd kilo wegende stoel was geplaatst op de hoek van de Hoogstraat en de Mariniersweg voor de entree van de Centrale Bibliotheek. In het tweede weekend van juli werd de stoel vernield. De kapotte stoel werd opgeslagen in de kelder van de bibliotheek en de kunstenares was woedend over het vandalisme. Dolz kon de stukken van haar duizenden guldens kostende object bij elkaar komen rapen. “Wat de Duitsers niet hebben platgegooid, vernielen de Rotterdammers zelf wel”, zei de uit Barcelona afkomstige academie-docente daags na de vernieling tegen een verslaggever van Het Vrije Volk. Ze ging met een pot cement aan het werk in de parkeergarage om de brokstukken te lijmen. Vervolgens werd de stoel met een hijskraan naar haar huis aan de Heemraadssingel getransporteerd, waar de kunstenares hem demonstratief op de stoep liet plaatsen. “Het is de eerste actie van mijn leven”, aldus Dolz. “Ik vind het belangrijk dat je je teweer stelt tegen vandalisme, dat je je niet laat afschrikken. Goed, die stoel is definitief naar de knoppen, maar zoals hij er nu bij staat, is het een eerbetoon aan de onoverwinnelijkheid van de kunst. Kunst in niet kapot te krijgen”. (Bron: Het Vrije Volk, 28 maart 1987)
Dora Dolz (Barcelona, 1941 – Rotterdam, 2008) maakte sinds eind jaren zeventig kleurrijke, monumentale keramieken vazen en meubilair. Ze verwerkte waaiervormen, fruit en schelpvormen in haar werk. Alle details van haar keramieken objecten bakte ze apart, waarna ze ze in elkaar zette. In 1993 ontving Dora Dolz de Judith Leyster Prijs; een belangrijke, tweejaarlijkse prijs voor vrouwelijke kunstenaars.