Tot 2017 was de Rozenwand van kunstenaar Lydia Schouten zichtbaar aan de Doklaan. Een lange rode wand, die diende als erfafscheiding van de rookgasreiniger van de verbrandingsinstallatie van de Roteb, toen deze daar nog gevestigd was. De Rozenwand was overdag transparant en gaf licht in de nacht. Over de hele wand waren rode rozen afgebeeld. De roos als het symbool voor zuiverheid en liefde, als eerbetoon aan de belangrijke taak van de Roteb, die afval moet veranderen in schone lucht. Volgens Schouten was de roos tevens symbolisch voor pure schoonheid, want het wordt veelvuldig gebruikt voor de vervaardiging van parfum, dat verhullend werkt. De 260 meter lange rode muur zorgde voor een poëtische toevoeging aan de functionalistische architectuur van Maarten Struijs, architect van het toenmalige Gemeentewerken, die dit gebouw tussen 1990 en 1993 heeft ontworpen. Struijs en Schouten stelden ter gelegenheid hiervan het sprookje ‘Vuil’ samen over vervuiling, waarin de karakters Stanka en Herrie optreden. De glanzende staalplaten vormden een futuristisch machine-achtig volume, dat een dynamisch schouwspel van licht en schaduw reflecteerde, afhankelijk van het standpunt en lichtval. Het beeld van de rozen en het glanzende gebouw versterkten elkaar, maar sinds 2017 bestaat de Rozenwand niet meer in zijn geheel. Het gebouw inclusief het kunstwerk zijn verkocht en de nieuwe eigenaar heeft een ander bestemmingsplan voor het gebouw. De Rozenwand staat in een aantal stroken opgesteld op het terrein.
Lydia Schouten (Leiden, 1948) maakte tussen 1978 en 1982 performances over de vrouw als seksobject, romantiek en erotiek. Vanaf 1982 begint zij met het maken van videofilms, waarin zij tegen kleurige bordkartonnen decors de meest fantastische avonturen beleeft. De video’s vormen een parodie op de wereld van de Hollywood B-film met dit verschil dat Schoutens vrouwrollen sterk en assertief zijn.
Op het terrein van de voormalige vuilverbrandingsinstallatie
Omschrijving
Lange wand met gezeefdrukte rozen
Materialen
Staal
Afmetingen
260 x 3 m
Jaar
1996
Opdrachtgever
Roteb
Werving/selectie
Open inschrijving CBK Rotterdam
Eigenaar
Eigenaar vastgoed
Over het kunstwerk
Tot 2017 was de Rozenwand van kunstenaar Lydia Schouten zichtbaar aan de Doklaan. Een lange rode wand, die diende als erfafscheiding van de rookgasreiniger van de verbrandingsinstallatie van de Roteb, toen deze daar nog gevestigd was. De Rozenwand was overdag transparant en gaf licht in de nacht. Over de hele wand waren rode rozen afgebeeld. De roos als het symbool voor zuiverheid en liefde, als eerbetoon aan de belangrijke taak van de Roteb, die afval moet veranderen in schone lucht. Volgens Schouten was de roos tevens symbolisch voor pure schoonheid, want het wordt veelvuldig gebruikt voor de vervaardiging van parfum, dat verhullend werkt. De 260 meter lange rode muur zorgde voor een poëtische toevoeging aan de functionalistische architectuur van Maarten Struijs, architect van het toenmalige Gemeentewerken, die dit gebouw tussen 1990 en 1993 heeft ontworpen. Struijs en Schouten stelden ter gelegenheid hiervan het sprookje ‘Vuil’ samen over vervuiling, waarin de karakters Stanka en Herrie optreden. De glanzende staalplaten vormden een futuristisch machine-achtig volume, dat een dynamisch schouwspel van licht en schaduw reflecteerde, afhankelijk van het standpunt en lichtval. Het beeld van de rozen en het glanzende gebouw versterkten elkaar, maar sinds 2017 bestaat de Rozenwand niet meer in zijn geheel. Het gebouw inclusief het kunstwerk zijn verkocht en de nieuwe eigenaar heeft een ander bestemmingsplan voor het gebouw. De Rozenwand staat in een aantal stroken opgesteld op het terrein.
Lydia Schouten (Leiden, 1948) maakte tussen 1978 en 1982 performances over de vrouw als seksobject, romantiek en erotiek. Vanaf 1982 begint zij met het maken van videofilms, waarin zij tegen kleurige bordkartonnen decors de meest fantastische avonturen beleeft. De video’s vormen een parodie op de wereld van de Hollywood B-film met dit verschil dat Schoutens vrouwrollen sterk en assertief zijn.