In 1951 en 1952 ontwierp gemeentearchitect L.J. Linssen voor de Dienst Volkshuisvesting deze twee wijkjes met laagbouw aan de Becramming en Cannemanstraat in Overschie, met in totaal 425 woningen. Kunstenaar Luigi de Lerma voorzag ze van gele strepen en kleurige deuren en nissen. De architect wilde behalve kleur ook reliëf in de gevels en vroeg daarom beeldhouwer Joop Hekman een ontwerp te maken voor een aantal gevelstenen. Aangezien het vijf identieke stenen zijn, geeft dit aan dat de opdrachtgevers met beperkte middelen voor de bewoners toch iets moois wilden doen: omdat ze in beton zijn gegoten konden vijf stuks gemakkelijk uit dezelfde mal gehaald worden. Vissen waren een geliefd wederopbouwmotief, als uitdrukking van harmonieus leven van mens en natuur, zelfs in de stad of tussen bedrijven. Driftig zwemmen de in beton gegoten visjes de hoek om, de toekomst tegemoet.
Joop Hekman (Utrecht, 1921 – aldaar, 2013) was beeldhouwer en medailleur. Al op 14-jarige leeftijd kreeg hij avondlessen van zijn oom, beeldhouwer Willem van Kuilenberg en tekenles van de bekende graficus Willem van Leusden. Medailleur Johannes Cornelis Wienecke leerde hem munten en penningen maken en stuurde hem naar de Academie Kunstoefening in Arnhem, waar hij van 1938 tot 1942 leerling was. Hier leerde hij beeldhouwen. Na de oorlog kreeg hij via zijn contacten met Gerrit Rietveld een opdracht voor het maken van twee beelden bij bioscoop Vreeburg in Utrecht. In diezelfde tijd deed hij mee aan een tentoonstelling met drie andere jonge beeldhouwers, waaronder de Rotterdamse kunstenaar Loeki Metz. Hekman stond bekend om zijn veelzijdigheid en de manier waarop hij zijn beelden in een speciale architectonische context plaatste, die hij vaak zelf ontwierp. Hij maakte beelden en reliëfs van brons, zandsteen, baksteen en keramiek. In de openbare ruimte van meerdere steden is werk van hem te vinden, zoals in Arnhem, Barendrecht, Eindhoven, Breda, Zwolle, Utrecht en Hilversum. Naast beelden ontwierp hij ook munten en penningen, bijvoorbeeld voor Suriname en de Nederlandse Antillen een bevrijdingspenning.
In 1951 en 1952 ontwierp gemeentearchitect L.J. Linssen voor de Dienst Volkshuisvesting deze twee wijkjes met laagbouw aan de Becramming en Cannemanstraat in Overschie, met in totaal 425 woningen. Kunstenaar Luigi de Lerma voorzag ze van gele strepen en kleurige deuren en nissen. De architect wilde behalve kleur ook reliëf in de gevels en vroeg daarom beeldhouwer Joop Hekman een ontwerp te maken voor een aantal gevelstenen. Aangezien het vijf identieke stenen zijn, geeft dit aan dat de opdrachtgevers met beperkte middelen voor de bewoners toch iets moois wilden doen: omdat ze in beton zijn gegoten konden vijf stuks gemakkelijk uit dezelfde mal gehaald worden. Vissen waren een geliefd wederopbouwmotief, als uitdrukking van harmonieus leven van mens en natuur, zelfs in de stad of tussen bedrijven. Driftig zwemmen de in beton gegoten visjes de hoek om, de toekomst tegemoet.
Joop Hekman (Utrecht, 1921 – aldaar, 2013) was beeldhouwer en medailleur. Al op 14-jarige leeftijd kreeg hij avondlessen van zijn oom, beeldhouwer Willem van Kuilenberg en tekenles van de bekende graficus Willem van Leusden. Medailleur Johannes Cornelis Wienecke leerde hem munten en penningen maken en stuurde hem naar de Academie Kunstoefening in Arnhem, waar hij van 1938 tot 1942 leerling was. Hier leerde hij beeldhouwen. Na de oorlog kreeg hij via zijn contacten met Gerrit Rietveld een opdracht voor het maken van twee beelden bij bioscoop Vreeburg in Utrecht. In diezelfde tijd deed hij mee aan een tentoonstelling met drie andere jonge beeldhouwers, waaronder de Rotterdamse kunstenaar Loeki Metz. Hekman stond bekend om zijn veelzijdigheid en de manier waarop hij zijn beelden in een speciale architectonische context plaatste, die hij vaak zelf ontwierp. Hij maakte beelden en reliëfs van brons, zandsteen, baksteen en keramiek. In de openbare ruimte van meerdere steden is werk van hem te vinden, zoals in Arnhem, Barendrecht, Eindhoven, Breda, Zwolle, Utrecht en Hilversum. Naast beelden ontwierp hij ook munten en penningen, bijvoorbeeld voor Suriname en de Nederlandse Antillen een bevrijdingspenning.