Dit werk Hand en hoofd maakte de Rotterdamse kunstenaar Henk de Vos in 1959 voor de gevel van de 6e Nijverheidsschool voor meisjes ‘De Starrenburg’. Het gevelreliëf is in twee helften verdeeld. De linkerhelft toont een hand die het internationaal bekende ok-gebaar maakt: duim en cirkel vormen de ‘o’ en de andere vingers strekken omhoog. De rechterzijde toont een half gezicht. Het handgebaar en gezicht hebben elegante details, die het reliëf een onmiskenbare sierlijkheid geven. Achter de hand is een horizontaal bakstenen achtergrond zichtbaar, achter het gezicht zijn de bakstenen verticaal geplaatst. Het werk springt ondanks zijn wat terugliggende positie toch naar voren. Kunstenaar Henk de Vos benadrukte hiermee de architectuur, door diepte te schenken aan het gebouw. Het werk is gerealiseerd met de percentageregeling; het betrof een opdracht bij de bouw van de school. De school is allang vertrokken en het pand is al jaren anti-kraak in gebruik. Helaas is het gevelreliëf beschadigd geraakt.
Eind jaren 1930 vertrok Henk de Vos (Rotterdam, 1911 – Ribiers, Frankrijk, 1982), kort na zijn opleiding aan de kunstacademie in Rotterdam, uit Nederland. Hij kwam in Nederlands-Indië en werd na zijn omzwervingen en krijgsgevangenschap in 1949 gerepatrieerd, waarna hij in Rotterdam aan de slag ging als kunstenaar. Hij was boekillustrator, graficus en decorontwerper. Maar daarnaast ook actief in de monumentale kunst met betonreliëfs, gobelins, mozaïeken en wandplastieken in perspex. In 1961 werd hij docent aan de academie in Rotterdam en hij werkte daar tot zijn pensioen in 1976. Hij was een getalenteerd kunstenaar, die onder meer het reliëf voor metrostation Beurs maakte met een voorstelling van een lasser.
Dit werk Hand en hoofd maakte de Rotterdamse kunstenaar Henk de Vos in 1959 voor de gevel van de 6e Nijverheidsschool voor meisjes ‘De Starrenburg’. Het gevelreliëf is in twee helften verdeeld. De linkerhelft toont een hand die het internationaal bekende ok-gebaar maakt: duim en cirkel vormen de ‘o’ en de andere vingers strekken omhoog. De rechterzijde toont een half gezicht. Het handgebaar en gezicht hebben elegante details, die het reliëf een onmiskenbare sierlijkheid geven. Achter de hand is een horizontaal bakstenen achtergrond zichtbaar, achter het gezicht zijn de bakstenen verticaal geplaatst. Het werk springt ondanks zijn wat terugliggende positie toch naar voren. Kunstenaar Henk de Vos benadrukte hiermee de architectuur, door diepte te schenken aan het gebouw. Het werk is gerealiseerd met de percentageregeling; het betrof een opdracht bij de bouw van de school. De school is allang vertrokken en het pand is al jaren anti-kraak in gebruik. Helaas is het gevelreliëf beschadigd geraakt.
Eind jaren 1930 vertrok Henk de Vos (Rotterdam, 1911 – Ribiers, Frankrijk, 1982), kort na zijn opleiding aan de kunstacademie in Rotterdam, uit Nederland. Hij kwam in Nederlands-Indië en werd na zijn omzwervingen en krijgsgevangenschap in 1949 gerepatrieerd, waarna hij in Rotterdam aan de slag ging als kunstenaar. Hij was boekillustrator, graficus en decorontwerper. Maar daarnaast ook actief in de monumentale kunst met betonreliëfs, gobelins, mozaïeken en wandplastieken in perspex. In 1961 werd hij docent aan de academie in Rotterdam en hij werkte daar tot zijn pensioen in 1976. Hij was een getalenteerd kunstenaar, die onder meer het reliëf voor metrostation Beurs maakte met een voorstelling van een lasser.