Kunstenaar Karel Appel was betrokken geraakt bij de nieuwbouw van de Nederlandse Economische Hogeschool (NEH), onder auspiciën van architect Cornelis Elffers. In het kader van de percentageregeling werden kunstenaars bij de onderneming betrokken, onder wie de Rotterdamse specialist Ger van Iersel, Dick Elffers (een broer van de architect), Lucebert en dus Karel Appel. Piet Sanders (1912-2012) had een belangrijk aandeel in de keuze, want hij was als hoogleraar aan de NEH verbonden én hij maakte in het kader van de nieuwbouw tevens deel uit van de kunstcommissie. Appel maakte een ontwerp voor de luifel boven de voormalige entree van de hoogbouw. Het moest een keramisch tegeltableau worden, maar dit bleek een kostbare onderneming. Uiteindelijk zouden de kosten van het tableau niet voor rekening van de percentageregeling komen, omdat NV Meelfabrieken der Nederlandse Bakkerij (Meneba) een helpende hand uitstak. In 1965 bestond het bedrijf vijftig jaar en de directie besloot Rotterdam twee kunstwerken aan te bieden. De NEH kreeg 100.000 gulden aangeboden, zodat Karel Appel zijn ‘gevelversiering’ kon realiseren. Het tweede kunstwerk was een geschenk aan de Daniel den Hoedkliniek, het bronzen sculptuur Wolken van kunstenaar Gust Romijn. City People (1966), zoals het keramische tableau van Appel is getiteld, bestaat uit een reeks kleurrijke tekeningen (oorspronkelijk in krijt en gouache gezet) tegen een achtergrond van witte gebakken tegels. Het is een portrettengalerij van studenten, jonge stadsbewoners, voor wie de toekomst nog open ligt. De witte tegels, gemaakt door de Porceleyne Fles in Delft, creëren een vervreemdende, maar ook maagdelijke, ongerepte sfeer. Alles is nog mogelijk; beloftes zijn nog niet ingelost. De reeks portretten is een ode aan de jeugd, aan de vrijheid en de toekomst, aan levenskracht. Het werk is gesigneerd met Appel ’66 in de rechterbenedenhoek. Tegenwoordig heet dit gebouw Tinbergen Building en is het onderdeel van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Klik hier voor een overzicht van kunstwerken op campus Woudestein.
Karel Appel (Amsterdam, 1921 – Zürich, 2006) volgde van 1942 tot 1944 schilderlessen aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Het eerste naoorlogse werk van Karel Appel was experimenteel, maar nog geïnspireerd door de moderne klassieken. Een bezoek aan Parijs in 1947 bracht een ommekeer; Appel ondervond invloed van Jean Dubuffet, primitieve kunst en het surrealisme. Hij meende dat kunst de menselijke geest zou bevrijden. Als medeoprichter van CoBrA ontwikkelde hij een expressieve vorm van schilderen en werd hij één van de bekendste Nederlandse schilders, met een belangrijke plek in de kunstgeschiedenis. Nadien maakte hij beschilderde houten reliëfs en vrijstaande beelden, keramiek en voerde hij monumentale opdrachten uit.
Schilderingen van 15 abstracte dier- en mensfiguren in primaire kleuren op witte tegels
Materialen
Majolica op wit geglazuurde bouwtegels
Afmetingen
25 x 2 m
Jaar
1966
Opdrachtgever
Projectarchitecten Elffers, Hoogeveen en Van der Kraan
Werving/selectie
Projectarchitecten Elffers, Hoogeveen en Van der Kraan
Geldbron
Geschenk van Meneba (NV Meelfabrieken der Nederlandse Bakkerij)
Eigenaar
Erasmus Universiteit Rotterdam
Over het kunstwerk
Kunstenaar Karel Appel was betrokken geraakt bij de nieuwbouw van de Nederlandse Economische Hogeschool (NEH), onder auspiciën van architect Cornelis Elffers. In het kader van de percentageregeling werden kunstenaars bij de onderneming betrokken, onder wie de Rotterdamse specialist Ger van Iersel, Dick Elffers (een broer van de architect), Lucebert en dus Karel Appel. Piet Sanders (1912-2012) had een belangrijk aandeel in de keuze, want hij was als hoogleraar aan de NEH verbonden én hij maakte in het kader van de nieuwbouw tevens deel uit van de kunstcommissie. Appel maakte een ontwerp voor de luifel boven de voormalige entree van de hoogbouw. Het moest een keramisch tegeltableau worden, maar dit bleek een kostbare onderneming. Uiteindelijk zouden de kosten van het tableau niet voor rekening van de percentageregeling komen, omdat NV Meelfabrieken der Nederlandse Bakkerij (Meneba) een helpende hand uitstak. In 1965 bestond het bedrijf vijftig jaar en de directie besloot Rotterdam twee kunstwerken aan te bieden. De NEH kreeg 100.000 gulden aangeboden, zodat Karel Appel zijn ‘gevelversiering’ kon realiseren. Het tweede kunstwerk was een geschenk aan de Daniel den Hoedkliniek, het bronzen sculptuur Wolken van kunstenaar Gust Romijn. City People (1966), zoals het keramische tableau van Appel is getiteld, bestaat uit een reeks kleurrijke tekeningen (oorspronkelijk in krijt en gouache gezet) tegen een achtergrond van witte gebakken tegels. Het is een portrettengalerij van studenten, jonge stadsbewoners, voor wie de toekomst nog open ligt. De witte tegels, gemaakt door de Porceleyne Fles in Delft, creëren een vervreemdende, maar ook maagdelijke, ongerepte sfeer. Alles is nog mogelijk; beloftes zijn nog niet ingelost. De reeks portretten is een ode aan de jeugd, aan de vrijheid en de toekomst, aan levenskracht. Het werk is gesigneerd met Appel ’66 in de rechterbenedenhoek. Tegenwoordig heet dit gebouw Tinbergen Building en is het onderdeel van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Klik hier voor een overzicht van kunstwerken op campus Woudestein.
Karel Appel (Amsterdam, 1921 – Zürich, 2006) volgde van 1942 tot 1944 schilderlessen aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Het eerste naoorlogse werk van Karel Appel was experimenteel, maar nog geïnspireerd door de moderne klassieken. Een bezoek aan Parijs in 1947 bracht een ommekeer; Appel ondervond invloed van Jean Dubuffet, primitieve kunst en het surrealisme. Hij meende dat kunst de menselijke geest zou bevrijden. Als medeoprichter van CoBrA ontwikkelde hij een expressieve vorm van schilderen en werd hij één van de bekendste Nederlandse schilders, met een belangrijke plek in de kunstgeschiedenis. Nadien maakte hij beschilderde houten reliëfs en vrijstaande beelden, keramiek en voerde hij monumentale opdrachten uit.