Met de groeiende bekendheid van Karel Appel groeide in Rotterdam de behoefte aan een permanent, monumentaal kunstwerk van zijn hand. In 1963 werd Appel op voorspraak van architect Huig Maaskant benaderd voor een kunstopdracht aan de hoofdgevel van het toentertijd nieuwe scholencomplex Technikon. De opdracht viel binnen de percentageregeling voor de beeldende kunst, die net in 1960 formeel was ingevoerd. Het eerste ontwerp voor gebrandschilderd glas, beviel zeer, maar de uitvoering werd te kostbaar geacht. Appel maakte een nieuw ontwerp, nu voor een glas-in-betonreliëf. Tussen 1964 en 1970 werd het vervaardigd. In 1970 is het reliëf door Koningin Juliana onthuld. Het glas-in-betonreliëf is de weerslag van de behoefte van Karel Appel om plastische en picturale elementen in een werk samen te brengen. Een grillig betonskelet verdeelt het platte vlak, waarop uitstulpende en terugwijkende elementen het werk een sculpturale uitstraling geven. Het gebrandschilderde glas heeft felle, contrasterende kleuren. De abstracte compositie heeft organische elementen: een stuk of vijf mens- of dierlijke vormen worden gesuggereerd, soms alleen door de aanwezigheid van grote ronde vormen, die aan ogen doen denken. Voor meer informatie: Sculpture International Rotterdam.
Karel Appel (Amsterdam, 1921 – Zürich, 2006) volgde van 1942 tot 1944 schilderlessen aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Het eerste naoorlogse werk van Karel Appel was experimenteel, maar nog geïnspireerd door de moderne klassieken. Een bezoek aan Parijs in 1947 bracht een ommekeer; Appel ondervond invloed van Jean Dubuffet, primitieve kunst en het surrealisme. Hij meende dat kunst de menselijke geest zou bevrijden. Als medeoprichter van CoBrA ontwikkelde hij een expressieve vorm van schilderen en werd hij één van de bekendste Nederlandse schilders, met een belangrijke plek in de kunstgeschiedenis. Nadien maakte hij beschilderde houten reliëfs en vrijstaande beelden, keramiek en voerde hij monumentale opdrachten uit.
Sculpturale combinatie van glasappliqué gevat in ajour-reliëf op wand
Materialen
Glasappliqué in beton
Afmetingen
25 x 6 m
Jaar
1970
Opdrachtgever
Architectenbureau Maaskant, Van Dommelen, Kroos en Senf
Werving/selectie
Architectenbureau Maaskant, Van Dommelen, Kroos en Senf
Geldbron
Percentageregeling en Commissie Stadsverfraaiing
Eigenaar
Beheergroep Technikon gebouw
Onderdeel van
Over het kunstwerk
Met de groeiende bekendheid van Karel Appel groeide in Rotterdam de behoefte aan een permanent, monumentaal kunstwerk van zijn hand. In 1963 werd Appel op voorspraak van architect Huig Maaskant benaderd voor een kunstopdracht aan de hoofdgevel van het toentertijd nieuwe scholencomplex Technikon. De opdracht viel binnen de percentageregeling voor de beeldende kunst, die net in 1960 formeel was ingevoerd. Het eerste ontwerp voor gebrandschilderd glas, beviel zeer, maar de uitvoering werd te kostbaar geacht. Appel maakte een nieuw ontwerp, nu voor een glas-in-betonreliëf. Tussen 1964 en 1970 werd het vervaardigd. In 1970 is het reliëf door Koningin Juliana onthuld. Het glas-in-betonreliëf is de weerslag van de behoefte van Karel Appel om plastische en picturale elementen in een werk samen te brengen. Een grillig betonskelet verdeelt het platte vlak, waarop uitstulpende en terugwijkende elementen het werk een sculpturale uitstraling geven. Het gebrandschilderde glas heeft felle, contrasterende kleuren. De abstracte compositie heeft organische elementen: een stuk of vijf mens- of dierlijke vormen worden gesuggereerd, soms alleen door de aanwezigheid van grote ronde vormen, die aan ogen doen denken. Voor meer informatie: Sculpture International Rotterdam.
Karel Appel (Amsterdam, 1921 – Zürich, 2006) volgde van 1942 tot 1944 schilderlessen aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Het eerste naoorlogse werk van Karel Appel was experimenteel, maar nog geïnspireerd door de moderne klassieken. Een bezoek aan Parijs in 1947 bracht een ommekeer; Appel ondervond invloed van Jean Dubuffet, primitieve kunst en het surrealisme. Hij meende dat kunst de menselijke geest zou bevrijden. Als medeoprichter van CoBrA ontwikkelde hij een expressieve vorm van schilderen en werd hij één van de bekendste Nederlandse schilders, met een belangrijke plek in de kunstgeschiedenis. Nadien maakte hij beschilderde houten reliëfs en vrijstaande beelden, keramiek en voerde hij monumentale opdrachten uit.